Nieuws: wijzigingen Zwitsers douanerecht per 1 januari 2024
Geen invoerrechten meer op industriële goederen
Vanaf 1 januari 2024 heft Zwitserland geen invoerrechten meer op industriële goederen. De afschaffing van de industriële tarieven heeft betrekking op goederen in de hoofdstukken 25-97 van het Zwitserse douanetarief, met uitzondering van enkele producten in de hoofdstukken 35 en 38, die als landbouwproducten zijn ingedeeld.
Naast de afschaffing van de industrietarieven brengt de wijziging ook een vereenvoudiging van de douanetariefstructuur voor industrieproducten, waardoor de administratieve kosten verder zullen dalen.
Achtergrond
Gemiddeld liggen de prijzen voor goederen en diensten in Zwitserland aanzienlijk hoger dan in de buurlanden. Dit is voornamelijk te wijten aan het hoge loon- en kostenniveau in Zwitserland en aan verschillende tarifaire en niet-tarifaire handelsbelemmeringen die bedrijven in staat stellen de Zwitserse markt af te schermen en in Zwitserland hogere prijzen te berekenen dan in het buitenland. Om deze redenen heeft de Zwitserse regering het maatregelenpakket "Vereenvoudiging invoer" aangenomen om deze handelsbelemmeringen te verminderen. De afschaffing van industriële tarieven maakt deel uit van dit pakket maatregelen.
Volgens de Zwitserse wetgever "versterkt de afschaffing van industrietarieven Zwitserland als vestigingsplaats voor bedrijven en industrieën. Terwijl douanerechten vroeger bedoeld waren om de binnenlandse industrie te beschermen tegen buitenlandse concurrentie, maken ze tegenwoordig de aankoop van grondstoffen uit het buitenland duurder. Dankzij de afschaffing van de douanerechten en de daarmee samenhangende administratieve vereenvoudiging van de douaneprocedures profiteren bedrijven in Zwitserland van goedkopere inputs en kunnen ze dus hun productiekosten verlagen. Aangezien de Zwitserse economie sterk geïntegreerd is in wereldwijde waardeketens, versterkt de maatregel haar concurrentievermogen. Handelsbetrekkingen worden over het algemeen efficiënter en de concurrentie wordt versterkt.
Consumenten zullen ook profiteren van de maatregel, aangezien er nog steeds douanerechten gelden voor de invoer van diverse consumptiegoederen, zoals auto's, fietsen, verzorgingsproducten, huishoudelijke apparaten en kleding. In sectoren met functionerende concurrentie worden de besparingen doorgegeven aan de consument.
Zijn vanaf 2024 nog oorsprongsdocumenten nodig?
Algemeen
Voor het gebruik van oorsprongsdocumenten moeten de volgende punten in acht worden genomen:
- bewijs van oorsprong is niet langer vereist voor douanerechten-vrije invoer.
- als er een geldig bewijs van oorsprong beschikbaar is, is een preferentiële behandeling in het kader van een vrijhandelsovereenkomst nog steeds mogelijk, zelfs als dit niet leidt tot een wijziging van de vrijgestelde status (zoals het geval is voor tariefcategorieën waarvoor de vrijgestelde status reeds nu al geldt).
- als een product van oorsprong uit een vrijhandelspartnerland (bijv. de EU)
- ongewijzigd met bewijs van oorsprong wordt wederuitgevoerd (bijv. naar de EU) of
- in Zwitserland zal worden gebruikt als een materiaal voor cumulatie (bijv. voor installatie in een machine die naar de EU zal worden uitgevoerd met bewijs van oorsprong),
moet de oorsprong van deze ingevoerde goederen kunnen worden aangetoond. Dit geldt mutatis mutandis ook voor goederen waarvoor in het binnenland een leveranciersverklaring moet worden afgegeven.
- de oorsprong van deze goederen kan -zoals voorheen- worden aangetoond
- als bij de invoer een preferentiële beoordeling plaatsvond: met een kopie van de heffingsbeschikking ("Veranlagungsverfügung") met daarop de preferentiële behandeling, of
- met het origineel op papier of een kopie van de bijbehorende geldige bewijs van oorsprong (certificaat inzake goederenverkeer / oorsprongsverklaring / certificaat van oorsprong).
- dergelijke bewijzen van oorsprong kunnen ook digitaal worden gearchiveerd en moeten tot 3 jaar (vrijhandelsovereenkomst met Korea: 5 jaar) na de afgifte van het bewijs van oorsprong waarvoor ze als bewijsstukken worden beschouwd, kunnen worden overgelegd.
- bij invoer is geen bewijs van oorsprong vereist als op het moment van invoer al duidelijk is dat
- voor de ongewijzigde wederuitvoer geen bewijs van oorsprong wordt afgegeven, of
- hoewel een product wordt gebruikt als grondstof voor een product waarvoor een bewijs van oorsprong moet worden afgegeven, de oorsprong ook wordt bereikt zonder cumulatie met dit grondstof toe te passen.
- voor invoer is uiteraard geen bewijs van oorsprong vereist als de ingevoerde goederen "definitief" in Zwitserland blijven. Er moet echter worden opgemerkt dat de bovengenoemde principes van toepassing zijn in het geval van ongeplande wederuitvoer (bijv. als geretourneerde goederen of wanneer ze na een bepaalde gebruiksperiode in het buitenland worden verkocht).
Aanbevelingen voor de opstellers van bewijzen van oorsprong/leveranciersverklaringen
Verder is het raadzaam de volgende punten in acht te nemen:
- wanneer u goederen invoert waarvoor u afhankelijk bent van een bewijs van oorsprong vanwege wederuitvoer, zorg er dan voor dat uw buitenlandse leveranciers geldige bewijzen van oorsprong blijven leveren, zelfs als deze geen invloed hebben op de douanewaarde.
- instrueer uw douaneagent indien u bij invoer een preferentiële behandeling wilt claimen.
Deze voorschriften zijn mutatis mutandis ook van toepassing als de niet-preferentiële oorsprong van een product moet worden gecertificeerd op basis van de preferentiële oorsprong wanneer het product in ongewijzigde staat wordt wederuitgevoerd.